Engels-Nederlands woordenboek »

form betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
platform game (A video game characterized by jumping to and from suspended platforms or over obstacles)
noun

platformersubstantief
{m}

platformspelsubstantief
{n}

platform shoe (type of footwear)
noun

plateauzoolsubstantief

pro forma (for the sake of form only)
adjective
[UK: prəʊ ˈfɔː.mə]
[US: ˈproʊ ˈfɔːr.mə]

voor de vormbijvoeglijk naamwoord

reform [reforms] (amendment)
noun
[UK: rɪ.ˈfɔːm]
[US: rə.ˈfɔːrm]

reformsubstantief
{m} {f}

reform school [reform schools] (institution for juveniles)
noun

verbeteringsgestichtsubstantief
{n}

Reformation (religious movement)
proper noun
[UK: ˌre.fə.ˈmeɪʃ.n̩]
[US: ˌre.fər.ˈmeɪʃ.n̩]

hervormingeigennam
{f}

Reformed (of the Protestant movement associated with John Calvin)
adjective
[UK: rɪ.ˈfɔːmd]
[US: rə.ˈfɔːrmd]

gereformeerdbijvoeglijk naamwoord

hervormdbijvoeglijk naamwoord

reformatorischbijvoeglijk naamwoord

reformer [reformers] (one who reforms, or who works for reform)
noun
[UK: rɪ.ˈfɔː.mə(r)]
[US: rə.ˈfɔːr.mər]

hervormersubstantief
{m}

hervormstersubstantief
{f}

reformulate [reformulated, reformulating, reformulates] (to formulate again)
verb
[UK: ˌriː.ˈfɔː.mju.leɪt]
[US: ri.ˈfɔːr.mjə.ˌlet]

herformulerenwerkwoord

school uniform (uniform items to be worn by students in a school)
noun
[UK: skuːl ˈjuː.nɪ.fɔːm]
[US: ˈskuːl ˈjuː.nə.ˌfɔːrm]

schooluniformsubstantief
{n}

sonata form (a form of classical music)
noun
[UK: sə.ˈnɑː.tə ˈfɔːm]
[US: sə.ˈnɑː.tə ˈfɔːrm]

sonatevormsubstantief
{f}

surform (A tool with which one forms a surface)
noun

Shaafraspsubstantief
{f}

terraforming (planetary engineering)
noun

terravormingsubstantief

transformation [transformations] (act of transforming)
noun
[UK: ˌtræn.sfə.ˈmeɪʃ.n̩]
[US: ˌtræn.sfər.ˈmeɪʃ.n̩]

transformatiesubstantief
{f}

transformation [transformations] noun
[UK: ˌtræn.sfə.ˈmeɪʃ.n̩]
[US: ˌtræn.sfər.ˈmeɪʃ.n̩]

omvormingsubstantief
{f}

vervormingsubstantief
{f}

transformer [transformers] (device that changes the characteristics of AC electricity)
noun
[UK: træns.ˈfɔː.mə(r)]
[US: træns.ˈfɔːr.mər]

transformatorsubstantief
{m}

unciform (of the shape of a hook)
adjective
[UK: ʌnsˈɪfɔːm]
[US: ʌnsˈɪfɔːrm]

haakvormigbijvoeglijk naamwoord

uniform (consistent)
adjective
[UK: ˈjuː.nɪ.fɔːm]
[US: ˈjuː.nə.ˌfɔːrm]

consistentbijvoeglijk naamwoord

uniform [uniforms] (distinctive outfit as a means of identifying members of a group)
noun
[UK: ˈjuː.nɪ.fɔːm]
[US: ˈjuː.nə.ˌfɔːrm]

uniformsubstantief
{n}

uniform (unvarying)
adjective
[UK: ˈjuː.nɪ.fɔːm]
[US: ˈjuː.nə.ˌfɔːrm]

gelijkbijvoeglijk naamwoord

onveranderlijkbijvoeglijk naamwoord

uniformbijvoeglijk naamwoord

uniform adjective
[UK: ˈjuː.nɪ.fɔːm]
[US: ˈjuː.nə.ˌfɔːrm]

eenvormigbijvoeglijk naamwoord

uniform antshrike (passerine bird of the antbird family)
noun

eenkleurige mierklauwiersubstantief

uniform crake (bird)
noun

effen bosralsubstantief
{f}

vermiform appendix [vermiform appendixes] (blind tube projecting from the caecum)
noun
[UK: ˈvɜː.mɪ.fɔːm ə.ˈpen.dɪks]
[US: ˈvɝː.mɪ.fɔːrm ə.ˈpen.dɪks]

blindedarmsubstantief

wormvormig aanhangselsubstantief
{n}

well-formed (syntactically correct)
adjective
[UK: wel ˈfɔːmd]
[US: ˈwel ˈfɔːrmd]

goed gevormdbijvoeglijk naamwoord

welgevormdbijvoeglijk naamwoord

234

Zoek geschiedenis