Engels-Nederlands woordenboek »

flood betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
flood [floods] (overflow of water)
noun
[UK: flʌd]
[US: ˈfləd]

overstromingsubstantief
{f}

vloedsubstantief
{m}

Flood (the flood referenced in the Book of Genesis)
proper noun
[UK: flʌd]
[US: ˈfləd]

Zondvloedeigennam
{f}

flood [flooded, flooding, floods] (to overflow)
verb
[UK: flʌd]
[US: ˈfləd]

overstromenwerkwoord

flood pool (swimming pool that is filled at high tide and remains filled at low tide)
noun

vloedzwembadsubstantief
{n}

zwemkellesubstantief
{f}

flash flood (sudden flood)
noun

stortvloedsubstantief
{m}

Zoek geschiedenis