Engels-Nederlands woordenboek »

enfranchise betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
enfranchise [enfranchised, enfranchising, enfranchises] (to grant freedom from servitude)
verb
[UK: ɪn.ˈfræn.tʃaɪz]
[US: en.ˈfræn.ˌtʃaɪz]

bevrijden van slavernijwerkwoord

enfranchise [enfranchised, enfranchising, enfranchises] (to grant municipal or parliamentary rights)
verb
[UK: ɪn.ˈfræn.tʃaɪz]
[US: en.ˈfræn.ˌtʃaɪz]

stadsrecht verlenenwerkwoord

enfranchise [enfranchised, enfranchising, enfranchises] (to grant the privilege of voting)
verb
[UK: ɪn.ˈfræn.tʃaɪz]
[US: en.ˈfræn.ˌtʃaɪz]

stemrecht verlenenwerkwoord

disenfranchised (Not represented)
adjective
[UK: ˌdɪ.sɪn.ˈfræn.tʃaɪzd]
[US: ˌdɪ.sən.ˈfræn.ˌtʃaɪzd]

niet vertegenwoordigdbijvoeglijk naamwoord

disenfranchisement (explicit or implicit revocation of, or failure to grant the right to vote)
noun
[UK: ˌdɪ.sən.ˈfræn.ˌtʃaɪz.mənt]
[US: ˌdɪ.sən.ˈfræn.ˌtʃaɪz.mənt]

Ontneming van het kiesrechtsubstantief
{m}

Ontzetting uit een rechtsubstantief
{m}

Zoek geschiedenis