Engels-Nederlands woordenboek »

eject betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
eject [ejected, ejecting, ejects] (to compel to leave)
verb
[UK: ɪ.ˈdʒekt]
[US: ɪ.ˈdʒekt]

buitengooienwerkwoord

ejection seat (seat in an aircraft which can be ejected from the cockpit)
noun
[UK: ɪ.ˈdʒek.ʃn̩ siːt]
[US: ɪ.ˈdʒek.ʃn̩ ˈsiːt]

schietstoelsubstantief
{m}

dejected (sad and dispirited)
adjective
[UK: dɪ.ˈdʒek.tɪd]
[US: dɪ.ˈdʒek.təd]

neerslachtigbijvoeglijk naamwoord

terneergeslagenbijvoeglijk naamwoord

dejection [dejections] (a state of melancholy or depression)
noun
[UK: dɪ.ˈdʒek.ʃn̩]
[US: dɪ.ˈdʒek.ʃn̩]

moedeloosheidsubstantief
{f}

reject [rejected, rejecting, rejects] (to refuse to accept)
verb
[UK: rɪ.ˈdʒekt]
[US: rɪ.ˈdʒekt]

afwijzenwerkwoord

verwerpenwerkwoord