Engels-Nederlands woordenboek »

dor betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
dor noun
[UK: dɔː(r)]
[US: dɔːr]

gewone mestkeversubstantief
{m}

Doric (Greek dialect)
proper noun
[UK: ˈdɒ.rɪk]
[US: ˈdɔː.rɪk]

Dorischeigennam
{n}

dork (vulgar, slang: penis)
noun
[UK: dɔːk]
[US: dɔːk]

deessubstantief
{m}

lulsubstantief
{m}

piemelsubstantief
{m}

dormant (inactive, asleep, suspended)
adjective
[UK: ˈdɔː.mənt]
[US: ˈdɔːr.mənt]

latentbijvoeglijk naamwoord

niet actiefbijvoeglijk naamwoord

slapendbijvoeglijk naamwoord

dormant volcano (inactive volcano that may resume activity)
noun

slapende vulkaansubstantief
{m}

dormer [dormers] (roofed projection)
noun
[UK: ˈdɔː.mə(r)]
[US: ˈdɔːr.mər]

dakkapelsubstantief
{m} {f}

dormer-window (upright window in a roof)
noun
[UK: ˌdɔː.mə ˈwɪn.dəʊ]
[US: ˌdɔːr.mə ˈwɪndo.ʊ]

dakvenstersubstantief
{n}

dormouse [dormice] (rodent)
noun
[UK: ˈdɔː.maʊs]
[US: ˈdɔːr.ˌmɑːws]

hazelmuissubstantief
{f}

relmuissubstantief
{f}

dormitory [dormitories] (building or part thereof)
noun
[UK: ˈdɔː.mɪt.r̩i]
[US: ˈdɔːr.mə.ˌtɔː.ri]

internaatsubstantief
{n}

studentenhuissubstantief
{n}

dormitory [dormitories] (room for sleeping)
noun
[UK: ˈdɔː.mɪt.r̩i]
[US: ˈdɔːr.mə.ˌtɔː.ri]

slaapcelsubstantief

slaapzaalsubstantief

dorsal fin (fin on a marine animal's back)
noun
[UK: ˈdɔːs.l̩ fɪn]
[US: ˈdɔːr.sl̩ ˈfɪn]

rugvinsubstantief
{f}

adorable (befitting of being adored)
adjective
[UK: ə.ˈdɔː.rəb.l̩]
[US: ə.ˈdɔː.rəb.l̩]

beeldigbijvoeglijk naamwoord

schattigbijvoeglijk naamwoord

snoezigbijvoeglijk naamwoord

adore [adored, adoring, adores] (worship)
verb
[UK: ə.ˈdɔː(r)]
[US: ə.ˈdɔːr]

aanbiddenwerkwoord

adorerenwerkwoord

adorn [adorned, adorning, adorns] (to make more beautiful and attractive; to decorate)
verb
[UK: ə.ˈdɔːn]
[US: ə.ˈdɔːrn]

sierenwerkwoord

ambassador [ambassadors] (minister)
noun
[UK: æm.ˈbæ.sə.də(r)]
[US: æm.ˈbæ.sə.dər]

ambassadeursubstantief
{m}

ambassador [ambassadors] (representative)
noun
[UK: æm.ˈbæ.sə.də(r)]
[US: æm.ˈbæ.sə.dər]

ambassadricesubstantief
{f}

gezantsubstantief
{m}

Andean condor (Vultur gryphus)
noun

andescondorsubstantief
{m}

Andorra la Vella (capital of Andorra)
proper noun

Andorra la Vellaeigennam

Andorran (person from Andorra)
noun
[UK: æn.ˈdɔː.rən]
[US: æn.ˈdɔː.rən]

Andorreessubstantief
{m}

Andorresesubstantief
{f}

Andorran (pertaining to Andorra)
adjective
[UK: æn.ˈdɔː.rən]
[US: æn.ˈdɔː.rən]

Andorreesbijvoeglijk naamwoord

battledore [battledores] (Bat or beetle for washing clothes)
noun
[UK: ˈbætl.dɔː(r)]
[US: ˈbætl.dɔːr]

waskloppersubstantief
{m}

candor (impartiality)
noun
[UK: ˈkæn.də(r)]
[US: ˈkæn.dər]

onpartijdigheidsubstantief

candor (sincere and open in speech, honesty in expression)
noun
[UK: ˈkæn.də(r)]
[US: ˈkæn.dər]

eerlijkheidsubstantief

onbevangenheidsubstantief

openhartigheidsubstantief

openheidsubstantief

oprechtheidsubstantief

chador (a loose robe worn by Muslim women)
noun
[UK: ˈʧædə ]
[US: ˈʧædər ]

chadorsubstantief

12