Engels-Nederlands woordenboek »

cud betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
cud [cuds] (food chewed for a second time by ruminants)
noun
[UK: kʌd]
[US: kʌd]

spijsbalsubstantief

spijsbroksubstantief

cuddle (affectionate embrace)
noun
[UK: ˈkʌd.l̩]
[US: ˈkʌd.l̩]

knuffelsubstantief
{c}

cuddle [cuddled, cuddling, cuddles] (embrace, lie together snugly)
verb
[UK: ˈkʌd.l̩]
[US: ˈkʌd.l̩]

knuffelenwerkwoord

cuddly [cuddlier, cuddliest] (Suitable for cuddling)
adjective
[UK: ˈkʌd.li]
[US: ˈkʌd.li]

hartelijkbijvoeglijk naamwoord

knuffel-bijvoeglijk naamwoord

minzaambijvoeglijk naamwoord

cudgel [cudgels] (short heavy club with a rounded head used as a weapon)
noun
[UK: ˈkʌ.dʒəl]
[US: ˈkʌ.dʒəl]

knuppelsubstantief
{m}

barracuda [barracudas] (marine fish)
noun
[UK: ˌbæ.rə.ˈkjuː.də]
[US: ˌbe.rəˈk.uː.də]

barracudasubstantief
{f}

zeesnoeksubstantief
{m}

chew the cud (literal meaning)
verb
[UK: tʃuː ðə kʌd]
[US: ˈtʃuː ðə kʌd]

herkauwenwerkwoord

wood cudweed (Gnaphalium sylvaticum)
noun

bosdroogbloemsubstantief

Zoek geschiedenis