crowd betekenis in Nederlands

Engels	Nederlands
crowd [crowds] (group of people) noun [UK: kraʊd] [US: ˈkraʊd]	massasubstantief {m} {f} menigtesubstantief {f} scharesubstantief {m} {f}
crowd [crowds] (group of things) noun [UK: kraʊd] [US: ˈkraʊd]	hoopsubstantief
crowd [crowds] (the "lower orders" of people) noun [UK: kraʊd] [US: ˈkraʊd]	gepeupelsubstantief {n} volksubstantief {n}
crowd control barrier (device to manage people) noun	drangheksubstantief {n} nadarsubstantief {m}
crowd out (To force to leave by crowding) verb [UK: kraʊd ˈaʊt] [US: ˈkraʊd ˈaʊt]	buitensluitenwerkwoord verdringenwerkwoord
crowded (containing too many of something) adjective [UK: ˈkraʊ.dɪd] [US: ˈkraʊ.dəd]	overvolbijvoeglijk naamwoord

Zoek geschiedenis