Engels-Nederlands woordenboek »

carrier betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
carrier [carriers] (company in the business of shipping freight)
noun
[UK: ˈkæ.rɪə(r)]
[US: ˈkæ.riər]

vervoerdersubstantief
{m}

carrier [carriers] (person or object that carries someone or something else)
noun
[UK: ˈkæ.rɪə(r)]
[US: ˈkæ.riər]

dragersubstantief
{m}

carrier pigeon noun
[UK: ˈkæ.rɪə(r) ˈpɪ.dʒən]
[US: ˈkæ.riər ˈpɪ.dʒən]

postduifsubstantief
{f} {m}

carrier wave (wave that can be modulated to transmit signals)
noun
[UK: ˈkæ.rɪə(r) weɪv]
[US: ˈkæ.riər ˈweɪv]

draaggolfsubstantief

aircraft carrier (warship for launching aircraft)
noun
[UK: ˈeə.krɑːft ˈkæ.rɪə(r)]
[US: ˈer.ˌkræft ˈkæ.riər]

vliegdekschipsubstantief
{n}

child carrier (a device for carrying babies)
noun

buikdragersubstantief
{m}

letter carrier (post office employee)
noun

postbezorgersubstantief

postbodesubstantief

Zoek geschiedenis