Engels-Nederlands woordenboek »

britain betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
Britain (island, see also: Great Britain; British Isles)
proper noun
[UK: ˈbrɪt.n̩]
[US: ˈbrɪt.n̩]

Brittanniëeigennam
{n}

Battle of Britain (series of air engagements between the British Royal Air Force and the German Luftwaffe during World War II)
proper noun

slag om Engelandeigennam
{m}

Great Britain (island)
proper noun
[UK: ˈɡreɪt ˈbrɪt.n̩]
[US: ˈɡreɪt ˈbrɪt.n̩]

Groot-Brittanniëeigennam
{n}

Kingdom of Great Britain proper noun

Koninkrijk Groot-Brittanniëeigennam
{n}

United Kingdom of Great Britain proper noun

Verenigd Koninkrijk Groot-Brittanniëeigennam
{n}

United Kingdom of Great Britain and Ireland proper noun

Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierlandeigennam
{n}

United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland proper noun
[UK: ju.ˈnaɪt.ɪd ˈkɪŋ.dəm əv ˈɡreɪt ˈbrɪt.n̩ ənd ˈnɔː.ðən ˈaɪə.lənd]
[US: ju.ˈnaɪt.əd ˈkɪŋ.dəm əv ˈɡreɪt ˈbrɪt.n̩ ænd ˈnɔːr.ðərn ˈaɪər.lənd]

Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierlandeigennam
{n}

Zoek geschiedenis