Engels-Nederlands woordenboek »

barb betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
barb [barbs] (point that stands backward in an arrow, fishhook, etc)
noun
[UK: bɑːb]
[US: ˈbɑːrb]

weerhaaksubstantief

Barbadian (of or relating to Barbados)
adjective
[UK: bɑː.ˈbeɪ.dɪən]
[US: bɑːr.ˈbeɪ.dɪən]

Barbadaansbijvoeglijk naamwoord

Barbadiaansbijvoeglijk naamwoord

Barbadian [Barbadians] (person from Barbados)
noun
[UK: bɑː.ˈbeɪ.dɪən]
[US: bɑːr.ˈbeɪ.dɪən]

Barbadaansubstantief
{m}

Barbadaansesubstantief
{f}

Barbadiaansubstantief
{m}

Barbadiaansesubstantief
{f}

Barbados (country in the Caribbean)
proper noun
[UK: bɑː.ˈbeɪ.dəs]
[US: barˈbeɪdos]

Barbadoseigennam
{n}

barbarian [barbarians] (derogatory term for someone from a developing country)
noun
[UK: bɑː.ˈbeə.riən]
[US: barˈbe.riən]

primitievelingsubstantief
{m}

wildesubstantief
{m} {f}

barbarian [barbarians] (uncivilized person)
noun
[UK: bɑː.ˈbeə.riən]
[US: barˈbe.riən]

barbaarsubstantief
{m} {f}

barbarian (uncivilized)
adjective
[UK: bɑː.ˈbeə.riən]
[US: barˈbe.riən]

barbaarsbijvoeglijk naamwoord

barbaric (uncivilised)
adjective
[UK: bɑː.ˈbæ.rɪk]
[US: barˈbæ.rɪk]

barbaarsbijvoeglijk naamwoord

barbarity [barbarities] (state of being barbarous)
noun
[UK: bɑː.ˈbæ.rə.ti]
[US: barˈbæ.rə.ti]

barbarijsubstantief
{f}

Barbary (Mediterranean North Africa)
proper noun
[UK: ˈbɑː.bə.ri]
[US: ˈbɑːr.bə.ri]

Barbarijeeigennam
{f}

Barbary lion (Panthera leo leo)
noun

Atlasleeuwsubstantief

Barabijse leeuwsubstantief

Berberleeuwsubstantief

Barbary macaque (Macaca sylvanus)
noun

berberaapsubstantief

barbecue [barbecues] (cooking instrument)
noun
[UK: ˈbɑː.bɪ.kjuː]
[US: ˈbɑːr.bɪ.ˌkjuː]

barbecuesubstantief

grillsubstantief

barbecue (to cook food on a barbecue, see also: )
verb
[UK: ˈbɑː.bɪ.kjuː]
[US: ˈbɑːr.bɪ.ˌkjuː]

barbecueënwerkwoord

braaienwerkwoord

grillenwerkwoord

barbecue sauce (type of sauce)
noun
[UK: ˈbɑː.bɪ.kjuː sɔːs]
[US: ˈbɑːr.bɪ.ˌkjuː ˈsɒs]

barbecuesaussubstantief

barbed wire (twisted strands of steel wire)
noun
[UK: bɑːbd ˈwaɪə(r)]
[US: ˈbɑːrbd ˈwaɪər]

prikkeldraadsubstantief
{m}

barbel [barbels] (fish)
noun
[UK: ˈbɑːb.l̩]
[US: ˈbɑːr.bl̩]

barbeelsubstantief
{m}

barber [barbers] (person whose profession is cutting (usually male) customers' hair and beards)
noun
[UK: ˈbɑː.bə(r)]
[US: ˈbɑːr.bər]

barbiersubstantief
{m}

coiffeursubstantief
{m}

haarkappersubstantief
{m}

kappersubstantief
{m}

barber (to cut the hair)
verb
[UK: ˈbɑː.bə(r)]
[US: ˈbɑːr.bər]

haarknippenwerkwoord

haren knippenwerkwoord

scherenwerkwoord

barber pole noun

barbierspaalsubstantief
{m}

kapperspaalsubstantief
{m}

barber surgeon (medical practitioner)
noun

chirurgijnsubstantief
{m}

barbershop (barber’s shop)
noun
[UK: ˈbɑː.bərˌ.ʃɑːp]
[US: ˈbɑːr.bər.ˌʃɑːp]

kapsalonsubstantief
{m}

barbican [barbicans] (A tower at the entrance to a castle or fortified town)
noun
[UK: ˈbɑː.bɪkən]
[US: ˈbɑːr.bɪkən]

barbacanesubstantief
{f}

Barbie (diminutive of Barbara)
proper noun
[UK: ˈbɑː.bi]
[US: ˈbɑːr.bi]

Babbeeigennam

12

Zoek geschiedenis