audit betekenis in Nederlands

Engels	Nederlands
audit [audited, auditing, audits] (to examine and adjust) verb [UK: ˈɔː.dɪt] [US: ˈɒ.dət]	verifiërenwerkwoord
audition [auditions] (performance by an aspiring performer) noun [UK: ɔː.ˈdɪʃ.n̩] [US: aˈdɪʃ.n̩]	auditiesubstantief {f}
audition [auditioned, auditioning, auditions] (take part in such a performance) verb [UK: ɔː.ˈdɪʃ.n̩] [US: aˈdɪʃ.n̩]	auditerenwerkwoord auditie doenwerkwoord
auditorium [auditoria] (large room for public meetings or performances) noun [UK: ˌɔː.dɪ.ˈtɔː.riəm] [US: ˌɒ.də.ˈtɔː.riəm]	auditoriumsubstantief {n} gehoorzaalsubstantief {c} zaalsubstantief {c}
auditory adjective [UK: ˈɔː.dɪ.tə.ri] [US: ˈɔː.də.tɔː.ri]	auditiefbijvoeglijk naamwoord

Zoek geschiedenis