Engels-Nederlands woordenboek »

abort betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
abort [aborted, aborting, aborts] (aeronautics: to terminate a mission involving a missile or rocket)
verb
[UK: ə.ˈbɔːt]
[US: ə.ˈbɔːrt]

afbrekenwerkwoord

voortijdig beëindigenwerkwoord

abort [aborted, aborting, aborts] (biology: to become checked in normal development)
verb
[UK: ə.ˈbɔːt]
[US: ə.ˈbɔːrt]

onvolgroeid blijvenwerkwoord

abort [aborted, aborting, aborts] (computing: to terminate a process prior to completion)
verb
[UK: ə.ˈbɔːt]
[US: ə.ˈbɔːrt]

annulerenwerkwoord

stoppenwerkwoord

abort (event to abort a computer process)
noun
[UK: ə.ˈbɔːt]
[US: ə.ˈbɔːrt]

voortijdige beëindigingsubstantief

abort (function used to abort a process)
noun
[UK: ə.ˈbɔːt]
[US: ə.ˈbɔːrt]

afbrekensubstantief

abort (miscarriage)
noun
[UK: ə.ˈbɔːt]
[US: ə.ˈbɔːrt]

miskraamsubstantief
{f}

abort [aborted, aborting, aborts] (to cause a premature termination)
verb
[UK: ə.ˈbɔːt]
[US: ə.ˈbɔːrt]

aborterenwerkwoord

beëindigenwerkwoord

doen mislukkenwerkwoord

abort [aborted, aborting, aborts] (to miscarry)
verb
[UK: ə.ˈbɔːt]
[US: ə.ˈbɔːrt]

miskraam hebbenwerkwoord

voortijdig bevallenwerkwoord

abort [aborted, aborting, aborts] (to stop or fail at something in the preliminary stages)
verb
[UK: ə.ˈbɔːt]
[US: ə.ˈbɔːrt]

doen stoppen in een vroegtijdig stadiumwerkwoord

voortijdig afbrekenwerkwoord

aborted (brought forth prematurely)
adjective
[UK: ə.ˈbɔː.tɪd]
[US: ə.ˈbɔːr.təd]

geaborteerdbijvoeglijk naamwoord

voortijdig geborenbijvoeglijk naamwoord

aborted (rendered abortive or sterile)
adjective
[UK: ə.ˈbɔː.tɪd]
[US: ə.ˈbɔːr.təd]

rudimentairbijvoeglijk naamwoord

aborticide [aborticides] (abortifacient)
noun
[UK: əbˈɔːtɪsˌaɪd]
[US: əbˈɔːrɾɪsˌaɪd]

abortivumsubstantief
{n}

aborticide [aborticides] (feticide)
noun
[UK: əbˈɔːtɪsˌaɪd]
[US: əbˈɔːrɾɪsˌaɪd]

vruchtafdrijvingsubstantief
{m}

abortifacient [abortifacients] (agent that causes premature delivery)
noun
[UK: ə.ˌbɔː.tə.ˈfeɪ.ʃənt]
[US: ə.ˌbɔːr.tə.ˈfeɪ.ʃənt]

abortivumsubstantief
{n}

vruchtafdrijvend middelsubstantief
{n}

abortifacient (producing miscarriage)
adjective
[UK: ə.ˌbɔː.tə.ˈfeɪ.ʃənt]
[US: ə.ˌbɔːr.tə.ˈfeɪ.ʃənt]

abortiefbijvoeglijk naamwoord

vruchtafdrijvendbijvoeglijk naamwoord

abortion [abortions] (act of inducing abortion)
noun
[UK: ə.ˈbɔːʃ.n̩]
[US: ə.ˈbɔːr.ʃn̩]

abortiesubstantief
{m}

abortion [abortions] (biology: arrest of development of an organ)
noun
[UK: ə.ˈbɔːʃ.n̩]
[US: ə.ˈbɔːr.ʃn̩]

onderbroken ontwikkelingsubstantief
{m}

abortion [abortions] (induced abortion)
noun
[UK: ə.ˈbɔːʃ.n̩]
[US: ə.ˈbɔːr.ʃn̩]

afdrijvingsubstantief
{f}

opgewekte bevallingsubstantief
{m}

vruchtafdrijvingsubstantief
{f}

zwangerschapsonderbrekingsubstantief
{f}

abortion [abortions] (something ugly)
noun
[UK: ə.ˈbɔːʃ.n̩]
[US: ə.ˈbɔːr.ʃn̩]

misbakselsubstantief
{n}

miskleunsubstantief
{m}

wangedrochtsubstantief
{n}

abortion [abortions] (the act of aborting a project, etc)
noun
[UK: ə.ˈbɔːʃ.n̩]
[US: ə.ˈbɔːr.ʃn̩]

voortijdige beëindigingsubstantief
{m}

abortion [abortions] noun
[UK: ə.ˈbɔːʃ.n̩]
[US: ə.ˈbɔːr.ʃn̩]

abortussubstantief
{m}

miskraamsubstantief
{n}

abortion clinic (a clinic where abortions are performed)
noun

abortusklinieksubstantief
{f}

abortion pill (drug used to terminate pregnancy in early stage)
noun

abortuspilsubstantief
{m}

abortionist [abortionists] (one who favors abortion being legal)
noun
[UK: ə.ˈbɔː.ʃə.nɪst]
[US: ə.ˈbɔːr.ʃə.nəst]

voorstander van abortussubstantief
{m}

abortionist [abortionists] noun
[UK: ə.ˈbɔː.ʃə.nɪst]
[US: ə.ˈbɔːr.ʃə.nəst]

aborteusesubstantief
{f}

12