Engels-Nederlands woordenboek »

abashed betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
abashed (embarrassed)
adjective
[UK: ə.ˈbæʃt]
[US: ə.ˈbæʃt]

beschaamdbijvoeglijk naamwoord

beteuterdbijvoeglijk naamwoord

in verlegenheidbijvoeglijk naamwoord

op zijn neus kijkendbijvoeglijk naamwoord

verlegenbijvoeglijk naamwoord

abash [abashed, abashing, abashes] (to make ashamed, to embarrass)
verb
[UK: ə.ˈbæʃ]
[US: ə.ˈbæʃ]

beschamenwerkwoord

in verlegenheid brengenwerkwoord

van zijn stuk brengenwerkwoord