Duits-Nederlands woordenboek »

vorig betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
vorig Adjektiv

laatstledenbijvoeglijk naamwoord

verledenbijvoeglijk naamwoord

verschenenbijvoeglijk naamwoord

vervlogenbijvoeglijk naamwoord

voorafgaandbijvoeglijk naamwoord

voorbijbijvoeglijk naamwoord

voorgaandbijvoeglijk naamwoord

vorigbijvoeglijk naamwoord

vroegerbijvoeglijk naamwoord