Duits-Nederlands woordenboek »

total betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
total [kSt.:] Adjektiv

compleetbijvoeglijk naamwoord

gansbijvoeglijk naamwoord

geheelbijvoeglijk naamwoord

heelbijvoeglijk naamwoord

volbijvoeglijk naamwoord

volkomenbijvoeglijk naamwoord

volslagenbijvoeglijk naamwoord

Zoek geschiedenis