Duits-Nederlands woordenboek »

reizend betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
reizend [reizender; am reizendsten] Adjektiv

bekoorlijkbijvoeglijk naamwoord

charmantbijvoeglijk naamwoord

innemendbijvoeglijk naamwoord

schattigbijvoeglijk naamwoord

snoeperigbijvoeglijk naamwoord

snoezigbijvoeglijk naamwoord