Duits-Nederlands woordenboek »

reiten betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
schreiten [schritt; ist geschritten] Verb

lopenwerkwoord

schrijdenwerkwoord

stappenwerkwoord

tredenwerkwoord

sich streiten

kibbelenwerkwoord

streiten (streitet) [stritt; hat gestritten] Verb

disputerenwerkwoord

krakelenwerkwoord

redetwistenwerkwoord

strijdenwerkwoord

twistenwerkwoord

unterbreiten [unterbreitete; hat unterbreitet] Verb

knechtenv

onderwerpenv

vorbereiten [bereitete vor; hat vorbereitet] (auf +AKK) Verb

aanmakenv

bereidenv

toebereidenv

voorbereidenv

vorschreiten [schritt vor; ist vorgeschritten] Phrase

opschietenwerkwoord

tewerkgaanwerkwoord

veldwinnenwerkwoord

vlottenwerkwoord

vooruitgaanwerkwoord

vorderenwerkwoord

12