Duits-Nederlands woordenboek »

feder betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
die Feder [der Feder; die Federn] Substantiv

drijfveersubstantief

springveersubstantief

veersubstantief

der Federhalter [des Federhalters; die Federhalter] Substantiv

penhouderm

das Federmesser [des Federmessers; die Federmesser] Substantiv

mesjeo

pennemeso

federn [federte; hat gefedert] Verb

plukkenwerkwoord

federnd Adjektiv

elastischbijvoeglijk naamwoord

rekbaarbijvoeglijk naamwoord

soepelbijvoeglijk naamwoord

veerkrachtigbijvoeglijk naamwoord

das Federvieh [des Federviehs|Federviehes; —] Substantiv

pluimveeo

die Flaumfeder [der Flaumfeder; die Flaumfedern] Substantiv

donssubstantief

nesthaarsubstantief

waassubstantief

die Füllfeder [der Füllfeder; die Füllfedern] Substantiv

vulpensubstantief

die Triebfeder [der Triebfeder; die Triebfedern] Substantiv

drijfveersubstantief

springveersubstantief

veersubstantief