Duits-Nederlands woordenboek »

evident betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
evident [evidenter; am evidentesten] Adjektiv

apertbijvoeglijk naamwoord

duidelijkbijvoeglijk naamwoord

evidentbijvoeglijk naamwoord

kennelijkbijvoeglijk naamwoord

klaarblijkelijkbijvoeglijk naamwoord

uitgesprokenbijvoeglijk naamwoord