Duits-Nederlands woordenboek »

beweis betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
der Beweis [des Beweises; die Beweise] Substantiv

adstructiem

argumentm

bewijsm

bewijsgrondm

tekenm

beweisen [bewies; hat bewiesen] Verb

aantonenv

adstruerenv

argumenterenv

betogenv

bewijzenv

stavenv

uitwijzenv

vertogenv

waarmakenv