Duits | Nederlands |
---|---|
bestürtzt | verstomdwerkwoord |
bestürzt machen | onthutsenwerkwoord ontstellenwerkwoord ontzettenwerkwoord verbluffenwerkwoord |
gut [besser; am besten] Adjektiv | goedbijvoeglijk naamwoord okeebijvoeglijk naamwoord |
der Asbest [des Asbestes/Asbests; die Asbeste] Substantiv | |
in Bestürzung versetzen | onthutsenwerkwoord ontstellenwerkwoord ontzettenwerkwoord verbluffenwerkwoord |
das Probestück [des Probestückes|Probestücks; die Probestücke] Substantiv | |
die Witterung [der Witterung; die Witterungen] (Wetter während eines bestimmten Zeitraums) Substantiv | temperatuuro wedero weero weersomstandighedeno |
zum besten halten | bedottenwerkwoord beduvelenwerkwoord beetnemenwerkwoord |