Duits-Nederlands woordenboek »

berg betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
die Übergabe [der Übergabe; die Übergaben] Substantiv

capitulatiesubstantief

overgaafsubstantief

overgavesubstantief

übergehend

overgankelijk

transitief

überlaufen [lief über; hat/ist übergelaufen] Verb

overlopenv

überschütten [schüttete über; hat übergeschüttet] Verb

bedelvenv

overstelpenv

verpletterenv

übersiedeln [siedelte über, übersiedelte; ist übergesiedelt, übersiedelt] Verb

verhuizenv

übertreten [trat über; hat übergetreten] Verb

overgaanv

overlopenv

overstekenv

überziehen [zog über; hat übergezogen] Verb

bekledenv

overtrekkenv

verbergen [verbarg; hat verborgen] Verb

ontveinzenv

verbergenv

verhelenv

verschuilenv

verstoppenv

vorübergehen [ging vorüber; ist vorübergegangen] Phrase

omkomenwerkwoord

overdrijvenwerkwoord

overgaanwerkwoord

vergaanwerkwoord

verlopenwerkwoord

verstrijkenwerkwoord

vorübergehend Adjektiv

kortstondigbijvoeglijk naamwoord

vergankelijkbijvoeglijk naamwoord

voorbijgaandbijvoeglijk naamwoord

der Weinberg [des Weinberges, des Weinbergs; die Weinberge] Substantiv

wijnbergm

wijngaardm

das Württemberg [des Württembergs; —] Substantiv

Wurtembergo

12