Duits-Nederlands woordenboek »

bad [des bads, des bades; die bäder] betekenis in Nederlands

Automatisch vertalen:

bad [van het bad, van het bad; de baden]
DuitsNederlands
das Bad [des Bads, des Bades; die Bäder] Substantiv

bado

badkuipo

Badestube

badkamerv