Duits | Nederlands |
---|---|
das Baufach Substantiv | |
beachten [beachtete; hat beachtet] Verb | |
bedenken [bedachte; hat bedacht] Verb | |
beeinträchtigen [beeinträchtigte; hat beeinträchtigt] Verb | |
begutachten [begutachtete; hat begutachtet] Verb | |
die Bekanntmachung [der Bekanntmachung; die Bekanntmachungen] Substantiv | bekendmakingsubstantief berichtsubstantief kennisgevingsubstantief maresubstantief tijdingsubstantief verwittigingsubstantief |
benachbart Adjektiv | aangrenzendbijvoeglijk naamwoord aanliggendbijvoeglijk naamwoord naburigbijvoeglijk naamwoord |
benachrichten | berichtenwerkwoord informerenwerkwoord inlichtenwerkwoord verwittigenwerkwoord |
die Benachrichtigung [der Benachrichtigung; die Benachrichtigungen] Substantiv | aankondigingsubstantief adviessubstantief bekendmakingsubstantief |
beobachten [beobachtete; hat beobachtet] Verb |