he înseamnă în Olandeză

Germană	Olandeză
he Interjection	hallointerjection heeinterjection heedaarinterjection zeginterjection
die Hebamme [der Hebamme; die Hebammen] Substantiv	verloskundigesubstantief vroedvrouwsubstantief
der Hebel [des Hebels; die Hebel] Substantiv	hefboomm koevoetm spaakm zwengelm
heben [hob; hat gehoben] Verb	beurenv heffenv ophalenv oprichtenv tillenv verheffenv
der Heber [des Hebers; die Heber] Substantiv	dommekrachtm krikm vijzelm
der Hebräer [des Hebräers; die Hebräer] Substantiv	Hebreeërm jood [joden]m
das Hebräisch [des (des) Hebräischs, des Hebräischen; —] Substantiv	Hebreeuwso Hebreeuwsetaalo
hebräisch [hebräischer; am hebräischsten] Adjektiv	Hebreeuwsbijvoeglijk naamwoord joodsbijvoeglijk naamwoord
hebräische Sprache	Hebreeuws Hebreeuwsetaal
der Hecht [des Hechts, des Hechtes; die Hechte] Substantiv	snoekm
der Zander [des Zanders; die Zander] (auch: Sander, Schill, Hechtbarsch, Zahnmaul oder Fogosch) Substantiv	snoekbaarsm zanderm
das Heck [des Hecks, des Heckes; die Hecke, die Hecks] Substantiv	achtersteveno spiegelo
die Hecke [der Hecke; die Hecken] Substantiv	afsluitingsubstantief barrièresubstantief heiningsubstantief heksubstantief versperringsubstantief
heda	hallointerjection hee heedaar

Istoricul cautarilor