Tyska | Holländska |
---|---|
zehren [zehrte; hat gezehrt] Phrase | consumerenwerkwoord kwijnenwerkwoord oprakenwerkwoord slopenwerkwoord uitterenwerkwoord verbruikenwerkwoord verorberenwerkwoord verterenwerkwoord wegterenwerkwoord |
aufzehren [zehrte auf; hat aufgezehrt] Verb | |
verzehren [verzehrte; hat verzehrt] Verb |