wette betyder på holländska

Tyska	Holländska
die Wette [der Wette; die Wetten] Substantiv	weddenschapsubstantief
der Wetteifer [des Wetteifers; —] Substantiv	mededingingm wedijverm
wetteifern [wetteiferte; hat gewetteifert] Verb	concurrerenv meedingenv wedijverenv
wetten [wettete; hat gewettet] (um +AKK) Verb	weddenwerkwoord
die Wetter Substantiv	wedero weero weersomstandighedeno
die Witterung [der Witterung; die Witterungen] (Wetter während eines bestimmten Zeitraums) Substantiv	temperatuuro Jägersprache wedero Jägersprache weero Jägersprache weersomstandighedeno Jägersprache
die Wetterkunde [der Wetterkunde; —] Substantiv	metrologiesubstantief
wetterleuchten [wetterleuchtete; hat gewetterleuchtet] Phrase	bliksemenwerkwoord flikkerenwerkwoord flitsenwerkwoord
wetterwendisch Adjektiv	onbestendigbijvoeglijk naamwoord veranderlijkbijvoeglijk naamwoord vlinderachtigbijvoeglijk naamwoord wispelturigbijvoeglijk naamwoord
das Tauwetter [des Tauwetters; —] Substantiv	dooio

Sökhistorik