Tysk-Holländsk ordbok »

teilen betyder på holländska

TyskaHolländska
teilen [teilte; hat geteilt] Verb

afbrekenv

delenv

indelenv

opsplitsenv

splitsenv

verdelenv

abteilen [teilte ab; hat abgeteilt] Verb

afscheidenwerkwoord

afzonderenwerkwoord

scheidenwerkwoord

schiftenwerkwoord

austeilen Verb

distribuerenv

rondbrengenv

ronddelenv

rondgevenv

uitdelenv

uitreikenv

verdelenv

beurteilen [beurteilte; hat beurteilt] Verb

beoordelenv

berechtenv

oordelenv

vonnissenv

einteilen [teilte ein; hat eingeteilt] Verb

afbrekenv

delenv

opsplitsenv

splitsenv

verdelenv

enteilen [enteilte; ist enteilt] Verb

heensnellenwerkwoord

zichwegspoedenwerkwoord

erteilen [erteilte; hat erteilt] Verb

aangevenv

gevenv

opbrengenv

toebrengenv

toekennenv

verlenenv

mitteilen [teilte mit; hat mitgeteilt] Verb

aankondigenv

berichtenwerkwoord

informerenv

inkennisstellenv

inlichtenv

mededelenv

12