Tysk-Holländsk ordbok »

stand betyder på holländska

TyskaHolländska
der Bestand [des Bestandes, des Bestands; die Bestände] Substantiv

bestendigheidm

gestaagheidm

overblijfselm

restm

rommelm

staartjem

standvastigheidm

bestehen [bestand; hat bestanden] Verb

bestaanv

bestaanuitv

doorbijtenv

doorzettenv

voetbijstukhoudenv

volhardenv

volhoudenv

eingestehen [gestand ein; hat eingestanden] Verb

bekennenv

erkennenv

toegevenv

das Eingeständnis [des Eingeständnisses; die Eingeständnisse] Substantiv

bekenteniso

erkenningo

einverstanden Adjektiv

overeenstemmendbijvoeglijk naamwoord

toestemmendbijvoeglijk naamwoord

das Einverständnis [des Einverständnisses; die Einverständnisse] Substantiv

afspraako

akkoordo

schikkingo

stilzwijgendeovereenkomsto

verbinteniso

entstehen [entstand; ist entstanden] Verb

afstammenv

geborenwordenv

hetgevolgzijnvanv

ontluikenv

ontspruitenv

ontstaanv

opkomenv

spruitenv

voortkomenv

wordenv

der Gegenstand [des Gegenstand(e)s; die Gegenstände] Substantiv

dingm

lijdendvoorwerpm

mikpuntm

objectm

2345