Tysk-Holländsk ordbok »

pro betyder på holländska

TyskaHolländska
die Proklamation [der Proklamation; die Proklamationen] Substantiv

bekendmakingsubstantief

proclamatiesubstantief

uitvaardigingsubstantief

proklamieren [proklamierte; hat proklamiert] Verb

afkondigenv

proclamerenv

uitvaardigenv

verkondigenv

die Prokura [der Prokura; die Prokuren] Substantiv

procuratiesubstantief

der Prokurist [des Prokuristen; die Prokuristen] Substantiv

procuratiehouderm

zaakwaarnemerm

der Prolog [des Prologes|Prologs; die Prologe] Substantiv

proloogm

voorredem

promenieren [promenierte; ist promeniert] Verb

aandewandelzijnwerkwoord

lopenwerkwoord

tippelenwerkwoord

wandelenwerkwoord

Promontorium

kaap

voorgebergteo

die Promotion [der Promotion; die Promotionen, —] Substantiv

bevorderingsubstantief

promotiesubstantief

promovieren [promovierte; hat promoviert] Verb

bevorderenv

promoverenv

das Pronomen [des Pronomens; die Pronomen, die Pronomina] Substantiv

voornaamwoordo

die Propädeutik [der Propädeutik; die Propädeutiken] Substantiv

propaedeusesubstantief

propedeusesubstantief

die Propaganda [der Propaganda; —] Substantiv

propagandasubstantief

verspreidingsubstantief

der Prophet [des Propheten; die Propheten] Substantiv

profeetm

voorspellerm

voorzeggerm

zienerm

prophetisch Adjektiv

profetischbijvoeglijk naamwoord

prophezeien [prophezeite; hat prophezeit] Verb

profeterenv

voorspellenv

voorzeggenv

die Proportion [der Proportion; die Proportionen] Substantiv

evenredigheidsubstantief

proportiesubstantief

verhoudingsubstantief

zinsnedesubstantief

proportional [proportionaler; am proportionalsten] Adjektiv

evenredigbijvoeglijk naamwoord

1234