nach betyder på holländska

Tyska	Holländska
nachahmen [ahmte nach; hat nachgeahmt] Verb	imiterenv nabootsenv nadoenv
der Nachbar [des Nachbarn/Nachbars; die Nachbarn] Substantiv	buurm buurmanm gebuurm nabuurm
die Nachbarin [der Nachbarin; die Nachbarinnen] Substantiv	buurvrouwsubstantief gebuursubstantief
nachbilden [bildete nach; hat nachgebildet] Verb	imiterenv nabootsenv nadoenv
die Nachbildung [der Nachbildung; die Nachbildungen] Substantiv	afdruksubstantief afschriftsubstantief kopiesubstantief namaakselsubstantief
Nachbleibsel	afval overblijfsel rest rommel staartjesubstantief
nachdem	nadatvoegwoord
nachdenken [dachte nach; hat nachgedacht] (über +AKK) Verb	mediterenv nadenkenv peinzenv zinnenv
der Nachen [des Nachens; die Nachen] Substantiv	barkm bootm hulkm pinkm schuitm
nachgeben [gab nach; hat nachgegeben] Verb	afstaanv hetveldruimenv toegevenv wijkenv zwichtenv
nachlassen [ließ nach; hat nachgelassen] Verb	afslaanwerkwoord aftrekkenwerkwoord kortenwerkwoord kortinggevenwerkwoord

Sökhistorik