Tysk-Holländsk ordbok »

meist betyder på holländska

TyskaHolländska
meist

hoogstbijvoeglijk naamwoord

meest

die Ersparnis [der Ersparnis; die Ersparnisse] (meist im Plural) Substantiv

spaargeldsubstantief

das Juwel (auch: der Juwel) (meist im Plural) [des Juwels; die Juwelen] Substantiv

juweelo

kleinoodo

die Myriade (meist im Plural) [der Myriade; die Myriaden] (sehr große Anzahl, ungezählte, unzählig große Menge) Substantiv

myriadesubstantief

der Sporn (meist Plural) [des Sporn(e)s; die Sporen] Substantiv

spoorm

der Zins (meist Plural) [des Zinses; die Zinsen] Substantiv

aangelegenheidsubstantief

belangsubstantief

belangstellingsubstantief

interestsubstantief

percentsubstantief

procentsubstantief

rentesubstantief

meistens

meestalbijwoord

der Meister [des Meisters; die Meister] Substantiv

grootmeesterm

maëstrom

meesterm

meistern [meisterte; hat gemeistert] Verb

bevangenv

overwinnenv

verslaanv

zegevierenv

die Meisterschaft [der Meisterschaft; die Meisterschaften] Substantiv

meesterschapsubstantief

am meisten

hoogstbijvoeglijk naamwoord

meest

viel [mehr; am meisten] Adjektiv

veelbijvoeglijk naamwoord

bemeistern [bemeisterte; hat bemeistert] Phrase

bevangenwerkwoord

overwinnenwerkwoord

verslaanwerkwoord

zegevierenwerkwoord

der Bürgermeister [des Bürgermeisters; die Bürgermeister] Substantiv

burgemeester [burgemeesters]m

burgervaderm

dorpsburgemeesterm

der Hausmeister [des Hausmeisters; die Hausmeister] Substantiv

portierm

der Kapellmeister [des Kapellmeisters; die Kapellmeister] Substantiv

dirigentm

orkestleiderm

der Park [des Park(e)s; die Parks/(seltener:) Parke/(schweizerisch meist:) Pärke] Substantiv

parkm

plantsoenm

warandem

die Trüffel [der Trüffel; die Trüffeln [(umgangssprachlich meist:) der Trüffel; des Trüffels; die Trüffel] Substantiv

truffelsubstantief

12