Tysk-Holländsk ordbok »

frau betyder på holländska

TyskaHolländska
die Frau [der Frau; die Frauen] Substantiv

echtgenotesubstantief

gemalinsubstantief

mevrouwsubstantief

vrouwsubstantief

Frau des Hauses

huisvrouwv

vrouwdeshuizes

die Frauenbewegung [der Frauenbewegung; die Frauenbewegungen] Substantiv

feminismesubstantief

vrouwenbewegingsubstantief

der Frauenrechtler [des Frauenrechtlers; die Frauenrechtler] Substantiv

feministm

Frauenrock

rok

vrouwenrok

die Freifrau [der Freifrau; die Freifrauen] Substantiv

baronessubstantief

Herr und Frau

damesenheren

meneerenmevrouw

Hofraum

binnenplaatsv

erf

hof

plaats

die Jungfrau [der Jungfrau; die Jungfrauen, —] Substantiv

jongedamesubstantief

maagdsubstantief

die Waschfrau [der Waschfrau; die Waschfrauen] Substantiv

wasvrouwsubstantief