Tysk-Holländsk ordbok »

erz betyder på holländska

TyskaHolländska
tierzüchten

fokken

opfokkenwerkwoord

opkwekenwerkwoord

telenwerkwoord

überzeugen [überzeugte; hat überzeugt] Verb

overtuigenv

überziehen [zog über; hat übergezogen] Verb

bekledenv

overtrekkenv

der Überzieher [des Überziehers; die Überzieher] Substantiv

bovenkleedm

jasm

opperkleedm

overjasm

der Geschmack [des Geschmack(e)s; die Geschmäcke/(umgangssprachlich scherzhaft:) Geschmäcker] Substantiv

smaakm

unverzüglich Adjektiv

ogenblikkelijkbijvoeglijk naamwoord

promptbijvoeglijk naamwoord

verzagt

moedeloosbijvoeglijk naamwoord

verzärteln [verzärtelte; hat verzärtelt] Verb

koesterenv

troetelenv

vertroetelenv

verwennenv

verzaubern [verzauberte; hat verzaubert] Verb

begoochelenv

beheksenv

betoverenv

verzehren [verzehrte; hat verzehrt] Verb

consumerenv

slopenv

verbruikenv

verorberenv

verterenv

das Verzeichnis [des Verzeichnisses; die Verzeichnisse] Substantiv

cataloguso

cedelo

ceelo

indexo

inhoudsopgaveo

lijsto

registero

rolo

tabelo

tafelo

verzeihen [verzieh; hat verziehen] Verb

begenadigenv

vergevenv

die Verzeihung [der Verzeihung; —] Substantiv

genadesubstantief

2345

Sökhistorik