Nemčina-Holandčina slovník »

vor znamená v Holandčina

NemčinaHolandčina
vorüberkommen

overdrijven

overgaanwerkwoord

vergaan

verlopen

verstrijken

das Vorurteil [des Vorurteils; die Vorurteile] Substantiv

vooringenomenheido

vooroordeelo

vooropgezettemeningo

der Vorwand [des Vorwandes, des Vorwands; die Vorwände] Substantiv

dekmantelm

draaierijm

smoesm

smoesjem

voorwendselm

vorwärts

naarvoren

vooroverbijwoord

voortbijwoord

vooruit

voorwaarts

der Vorweis [des Vorweises; die Vorweise] Substantiv

berispingm

blaamm

standjem

terechtwijzingm

uitbranderm

verwijtm

das Vorwort [des Vorworts, des Vorwortes; die Vorworte, die Vorwörter] Substantiv

voorberichto

voorredeo

voorwoordo

der Vorwurf [des Vorwurfs, des Vorwurfes; die Vorwürfe] Substantiv

berispingm

blaamm

standjem

terechtwijzingm

uitbranderm

verwijtm

Vorwürfe machen

beknorrenwerkwoord

berispenwerkwoord

terechtwijzen

verwijten

das Vorzeichen [des Vorzeichens; die Vorzeichen] Substantiv

tekeno

voorbodeo

voortekeno

5678

História vyhľadávania