vor znamená v Holandčina

Nemčina	Holandčina
der Vorteil [des Vorteils, des Vorteiles; die Vorteile] Substantiv	gewinm nutm profijtm verdienstem voordeelm winstm
vorteilhaft [vorteilhafter; am vorteilhaftesten] Adjektiv	bevorderlijkbijvoeglijk naamwoord dienstigbijvoeglijk naamwoord nuttigbijvoeglijk naamwoord
der Vortrab Substantiv	voorhoedem
der Vortrag [des Vortrags, des Vortrages; die Vorträge] Substantiv	exposém lezingm meldingm oratiem rapportm redem redevoeringm speechm spreekbeurtm verslagm voordrachtm
Vortragender	sprekerm
vortrefflich [vortrefflicher; am vortrefflichsten] Adjektiv	excellentbijvoeglijk naamwoord kostelijkbijvoeglijk naamwoord tiptopbijvoeglijk naamwoord tofbijvoeglijk naamwoord uitmuntendbijvoeglijk naamwoord voortreffelijkbijvoeglijk naamwoord
vorüber	langs voorbij
vorübergehen [ging vorüber; ist vorübergegangen] Phrase	omkomenwerkwoord overdrijvenwerkwoord overgaanwerkwoord vergaanwerkwoord verlopenwerkwoord verstrijkenwerkwoord
vorübergehend Adjektiv	kortstondigbijvoeglijk naamwoord vergankelijkbijvoeglijk naamwoord voorbijgaandbijvoeglijk naamwoord
vorüberkommen	omkomenwerkwoord

História vyhľadávania