Nemčina | Holandčina |
---|---|
Achtung erweisen | eerbiedigenwerkwoord respecterenwerkwoord |
achtungsvoll Adjektiv | eerbiedigbijvoeglijk naamwoord |
antun [tat an; hat angetan] Verb | aandoenwerkwoord aanrichtenwerkwoord aantrekkenwerkwoord opleggenwerkwoord stichtenwerkwoord teweegbrengenwerkwoord veroorzakenwerkwoord |
die Ausbreitung [der Ausbreitung; die Ausbreitungen] Substantiv | diffusiesubstantief verspreidingsubstantief |
die Ausdünstung [der Ausdünstung; die Ausdünstungen] Substantiv | dampsubstantief uitwasemingsubstantief |
die Ausschreitung [der Ausschreitung; die Ausschreitungen] Substantiv | buitensporigheidsubstantief excessubstantief overdaadsubstantief uitspattingsubstantief uitwassubstantief |
die Bedeutung [der Bedeutung; die Bedeutungen] Substantiv | gehaltesubstantief waardesubstantief |
die Belastung [der Belastung; die Belastungen] Substantiv | ladingsubstantief lastsubstantief vrachtsubstantief vullingsubstantief |
die Beleuchtung [der Beleuchtung; die Beleuchtungen] Substantiv | verlichtingsubstantief verlichtingsartikelsubstantief |
die Beobachtung [der Beobachtung; die Beobachtungen] Substantiv | opmerkingsubstantief |
die Beratung [der Beratung; die Beratungen] Substantiv | conferentiesubstantief |
die Bereitung [der Bereitung; die Bereitungen] Substantiv | bereidingsubstantief toebereidingsubstantief voorbereidingsubstantief voorbereidselsubstantief |
die Bewertung [der Bewertung; die Bewertungen] Substantiv | ramingsubstantief schattingsubstantief taxatiesubstantief |
die Bewirtung [der Bewirtung; die Bewirtungen] Substantiv | onthaalsubstantief tractatiesubstantief |
die Blutung [der Blutung; die Blutungen] Substantiv | bloedingsubstantief |
die Darbietung Substantiv | aanbiedingsubstantief |