Nemčina-Holandčina slovník »

machen znamená v Holandčina

NemčinaHolandčina
frei machen

vrijlaten

vrijmaken

Geräusch machen

aangaanwerkwoord

denderenwerkwoord

rommelenwerkwoord

rumoeren

tekeergaanwerkwoord

Geschäfte machen

handeldrijven

handelen

zakendoenwerkwoord

gesittet machen

beschavenwerkwoord

civiliserenwerkwoord

Halt machen

afslaanwerkwoord

blijvenstaan

halthouden

stilhoudenwerkwoord

stilstaanwerkwoord

stoppen

hart machen

hardenwerkwoord

stalen

temperenwerkwoord

Komplimente machen

complimenterenwerkwoord

Mamachen

mav

mamm

mammav

mammiev

mitmachen [machte mit; hat mitgemacht] Verb

deelnemenv

meedoenv

meemakenv

participerenv

möglich machen

instaatstellen

mogelijkmaken

Parade machen

paraderenwerkwoord

pralenwerkwoord

prijken

pronkenwerkwoord

rot machen

roodmaken

Streifen machen

strepen

teilhaftig machen

berichtenwerkwoord

mededelenwerkwoord

123