Nemčina-Holandčina slovník »

haften znamená v Holandčina

NemčinaHolandčina
die Wanderschaft [der Wanderschaft; die Wanderschaften] Substantiv

trektochtsubstantief

die Willkürherrschaft [der Willkürherrschaft; die Willkürherrschaften] Substantiv

despotismesubstantief

dwingelandijsubstantief

wirtschaften [wirtschaftete; hat gewirtschaftet] Verb

beherenwerkwoord

besturenwerkwoord

huishoudenwerkwoord

die Wirtschaft [der Wirtschaft; die Wirtschaften] Substantiv

economiesubstantief

herbergsubstantief

huishoudensubstantief

huishoudingsubstantief

logementsubstantief

menagesubstantief

spaarzaamheidsubstantief

volkshuishoudkundesubstantief

zuinigheidsubstantief

die Wissenschaft [der Wissenschaft; die Wissenschaften] Substantiv

kennissubstantief

kundesubstantief

medewetensubstantief

verstandsubstantief

wetensubstantief

wetenschapsubstantief

123