Nemčina-Holandčina slovník »

amme znamená v Holandčina

NemčinaHolandčina
der Stamm [des Stamms, des Stammes; die Stämme] Substantiv

geslachtm

rompm

stamm

volksstamm

stammen [stammte; hat gestammt] Verb

afstammenv

hetgevolgzijnvanv

ontspruitenv

voortkomenv

das Telegramm [des Telegramms; die Telegramme] Substantiv

telegramo

zusammentreffen [traf zusammen; ist zusammengetroffen] Verb

bijeenkomenwerkwoord

samenkomenwerkwoord

samenvallenwerkwoord

vergaderenwerkwoord

verdammen [verdammte; hat verdammt] Verb

veroordelenv

das Zentigramm [des Zentigrammes|Zentigramms; die Zentigramme] Substantiv

centigramo

zusammenziehen [zog zusammen; hat/ist zusammengezogen] Verb

fronsenwerkwoord

samentrekkenwerkwoord

zusammen

aaneenbijwoord

bijeen

ineenbijwoord

samenbijwoord

tezamenbijwoord

zusammen mit

meto

samenmet

Zusammenballen

agglomeratiev

agglomererenwerkwoord

samenklonteren

samenklontering

zusammenfassen Verb

resumerenv

samenvattenv

zusammenfassend Adjektiv

collectiefbijvoeglijk naamwoord

gemeenschappelijkbijvoeglijk naamwoord

gezamenlijkbijvoeglijk naamwoord

der Zusammenhang [des Zusammenhanges, des Zusammenhangs; die Zusammenhänge] Substantiv

betrekkingm

omgangm

verbandm

verbondm

verhoudingm

verkeerm

verstandhoudingm

3456

História vyhľadávania