Nemčina-Holandčina slovník »

acht znamená v Holandčina

NemčinaHolandčina
überbringen [überbrachte; hat überbracht] Verb

bezorgenv

brengenv

überwachen [überwachte; hat überwacht] Verb

aflezenv

bewakenv

bewarenv

checkenv

controlerenv

dewachthebbenv

hoedenv

nakijkenv

surveillerenv

toezienv

wakenoverv

unbeachtet lassen

negerenwerkwoord

ondertafelschuiven

passerenwerkwoord

wegcijferen

ungeachtet

inweerwilvan

niettegenstaandevoegwoord

ondanks

tenspijtevan

trots

die Verachtung [der Verachtung; —] Substantiv

minachtingsubstantief

schamperheidsubstantief

verachtingsubstantief

versmadingsubstantief

verbringen [verbrachte; hat verbracht] Verb

aangevenv

aanreikenv

doorbrengenv

verdrijvenv

der Verdacht [des Verdachtes, des Verdachts; die Verdachte, die Verdächte] Substantiv

achterdochtm

argwaanm

verdenkingm

verdächtigen [verdächtigte; hat verdächtigt] Verb

verdenkenv

verdächtigend

verdacht

vereinfachen [vereinfachte; hat vereinfacht] Verb

simplificerenv

vereenvoudigenv

das Vermächtnis [des Vermächtnisses; die Vermächtnisse] Substantiv

boedelo

cadeauo

donatieo

78910

História vyhľadávania