Nederlands-Duits woordenboek »

verwachting betekenis in Duits

NederlandsDuits
verwachting substantief

die Hoffnung [der Hoffnung; die Hoffnungen]Substantiv

die Prognose [der Prognose; die Prognosen]Substantiv

inverwachting bijvoeglijk naamwoord

schwangerAdjektiv

Zoek geschiedenis