Nederlands-Duits woordenboek »

overtuigen betekenis in Duits

NederlandsDuits
overtuigen v

überreden [überredete; hat überredet]Verb

überzeugen [überzeugte; hat überzeugt]Verb

overtuigend bijvoeglijk naamwoord

entschieden [entschiedener; am entschiedensten]Adjektiv

triftig [triftiger; am triftigsten]Adjektiv