Nederlands-Duits woordenboek »

nee betekenis in Duits

NederlandsDuits
meneerenmevrouw

Herr und Frau

meneerenmevrouw substantief

die Herrschaft [der Herrschaft; die Herrschaften]Substantiv

omtrekvaneengeometrischefiguur o

das PerimeterSubstantiv

oneerbaar bijvoeglijk naamwoord

ausgelassen [ausgelassener; am ausgelassensten]Adjektiv

oneerlijk bijvoeglijk naamwoord

unredlich [unredlicher; am unredlichsten]Adjektiv

oneervol bijvoeglijk naamwoord

ehrlos [ehrloser; am ehrlosesten]Adjektiv

infam [infamer; am infamsten]Adjektiv

ongedisciplineerd bijvoeglijk naamwoord

zuchtlosAdjektiv

ongegeneerd bijvoeglijk naamwoord

zwanglos [zwangloser; am zwanglosesten]Adjektiv

ongeneeslijk bijvoeglijk naamwoord

unheilbarAdjektiv

origineel bijvoeglijk naamwoord

eigentümlich [eigentümlicher; am eigentümlichsten]Adjektiv

originell [origineller; am originellsten]Adjektiv

ursprünglich [ursprünglicher; am ursprünglichsten]Adjektiv

origineel o

das Original [des Originals; die Originale]Substantiv

die Urschrift [der Urschrift; die Urschriften]Substantiv

paneel o

das Paneel [des Paneels; die Paneele]Substantiv

personeel o

das Personal [des Personals; —]Substantiv

planeet m

der Planet [des Planeten; die Planeten]Substantiv

portemonnee substantief
österreichisch, sonst gehoben veraltend

die Börse [der Börse; die Börsen]Substantiv

professioneel bijvoeglijk naamwoord

beruflichAdjektiv

Berufs-

berufsmäßig

Gewerbe-

gewerbsmäßigAdjektiv

proportioneel bijvoeglijk naamwoord

proportional [proportionaler; am proportionalsten]Adjektiv

proportioneel bijwoord

verhältnismäßigAdverb

Pyreneeën pl

die Pyrenäen [—; die Pyrenäen]Substantiv

rationeel bijvoeglijk naamwoord

rational [rationaler; am rationalsten]Adjektiv

rationell [rationeller; am rationellsten]Adjektiv

vernunftgemäß

redeneerkunde substantief

die Dialektik [der Dialektik; —]Substantiv

schorseneer substantief

die SchwarzwurzelSubstantiv

schorseneer v

Skorzonera

sensationeel bijvoeglijk naamwoord

sensationell [sensationeller; am sensationellsten]Adjektiv

snee substantief

die Scheibe [der Scheibe; die Scheiben]Substantiv

die Schnitte [der Schnitte; die Schnitten]Substantiv

snee m

der Einschnitt [des Einschnitt(e)s; die Einschnitte]Substantiv

der Schnitt [des Schnittes, des Schnitts; die Schnitte]Substantiv

sneetje substantief

die Scheibe [der Scheibe; die Scheiben]Substantiv

die Schnitte [der Schnitte; die Schnitten]Substantiv

2345

Zoek geschiedenis