Nederlands-Duits woordenboek »

loten betekenis in Duits

NederlandsDuits
loten werkwoord

verlosen [verloste; hat verlost]Verb

loten v

losen [loste; hat gelost]Verb

besloten bijvoeglijk naamwoord

privat [privater; am privatesten]Adjektiv

gesloten

zu

gesloten bijvoeglijk naamwoord

geschlossen [geschlossener; am geschlossensten]Adjektiv

ingesloten werkwoord

zuzüglich

ontbloten v

entblößen [entblößte; hat entblößt]Verb

verloten werkwoord

verlosen [verloste; hat verlost]Verb