Nederlands-Duits woordenboek »

geheim betekenis in Duits

NederlandsDuits
geheim bijvoeglijk naamwoord

geheim [geheimer; am geheimsten]Adjektiv

heimlich [heimlicher; am heimlichsten]Adjektiv

geheim bijwoord

verstohlenAdverb

geheim m

der HehlSubstantiv

geheim o

das Geheimnis [des Geheimnisses; die Geheimnisse]Substantiv

geheim v

verborgen [verborgte; hat verborgt]Verb

geheimenis o

das Geheimnis [des Geheimnisses; die Geheimnisse]Substantiv

das Mysterium [des Mysteriums; die Mysterien]Substantiv

geheimhouden v

verheimlichen [verheimlichte; hat verheimlicht]Verb

geheimschrift substantief

die Chiffre [der Chiffre; die Chiffren]Substantiv

die Marke [der Marke; die Marken]Substantiv

geheimzinnig bijvoeglijk naamwoord

geheimnissvoll

mysteriös [mysteriöser; am mysteriösesten]Adjektiv

inhetgeheim bijwoord

insgeheimAdverb

verstohlenAdverb