Nederlands-Duits woordenboek »

afpakken betekenis in Duits

NederlandsDuits
afpakken werkwoord

abräumen [räumte ab; hat abgeräumt]Verb

fortnehmen

afpakken v

entziehen [entzog; hat entzogen]Verb

wegnehmen [nahm weg; hat weggenommen]Verb