Nederlands-Duits woordenboek »

aanbidden betekenis in Duits

NederlandsDuits
aanbidden v

anbeten [betete an; hat angebetet]Verb

verehren [verehrte; hat verehrt]Verb

vergöttern [vergötterte; hat vergöttert]Verb

aanbiddenswaardig bijvoeglijk naamwoord

anbetenswert