Hongaars-Nederlands woordenboek »

kis betekenis in Nederlands

HongaarsNederlands
kisegítő melléknév

bijkomend◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

kiselejtez ige

schroot◼◼◼

kiselejtezett melléknév

afgedankt◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

kisemmiz ige

beroven◼◼◼werkwoord

kísér ige

gepaard◼◼◼werkwoord

begeleiden◼◼◼werkwoord

samenwerken◼◻◻werkwoord

samenwonen◼◻◻werkwoord

kíséret főnév

begeleiding [begeleidingen]◼◼◼v

suite◼◼◻v

aanhanger [aanhangers]m

sleep [slepen]m

kiséret főnév

aanhangm

kísérlet főnév

experiment◼◼◼o

poging◼◼◼v

proef◼◼◻v

test◼◼◻m

proefneming◼◻◻v

trial◼◻◻m

essay◼◻◻o

try◼◻◻m

probeersel◼◻◻o

kísérlet ige

experimenteren◼◼◻werkwoord

kísérleti melléknév

experimenteel◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

kísérő melléknév

begeleidend◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

kísérő főnév

metgezel◼◼◼m

steward◼◻◻m

kísért ige

spoken [spookte; h. gespookt]◼◼◼werkwoord

uitlokken◼◻◻werkwoord

kísért főnév

trefpunt◼◻◻o

kísértés főnév

beproeving◼◼◼v

aanvechting [aanvechtingen]◼◼◻v

temptatie◼◻◻v

kísértet főnév

spook [spoken]◼◼◼o

fantoom◼◻◻o

geestverschijning◼◻◻v

spectrum◼◻◻o

spooksel [spooksels]◼◻◻o

Kísértetéj főnév

Halloween◼◼◼m

kisfiú főnév

jongen [jongens]◼◼◼substantief

123