kísér betekenis in Nederlands

Hongaars	Nederlands
kísér ige	gepaard◼◼◼werkwoord begeleiden◼◼◼werkwoord samenwerken◼◻◻werkwoord samenwonen◼◻◻werkwoord
kíséret főnév	begeleiding [begeleidingen]◼◼◼v suite◼◼◻v aanhanger [aanhangers]m sleep [slepen]m
kísérlet főnév	experiment◼◼◼o poging◼◼◼v proef◼◼◻v test◼◼◻m proefneming◼◻◻v trial◼◻◻m essay◼◻◻o try◼◻◻m probeersel◼◻◻o
kísérlet ige	experimenteren◼◼◻werkwoord
kísérleti melléknév	experimenteel◼◼◼bijvoeglijk naamwoord
kísért ige	spoken [spookte; h. gespookt]◼◼◼werkwoord uitlokken◼◻◻werkwoord
kísért főnév	trefpunt◼◻◻o
kísértet főnév	spook [spoken]◼◼◼o fantoom◼◻◻o geestverschijning◼◻◻v spectrum◼◻◻o spooksel [spooksels]◼◻◻o
Kísértetéj főnév	Halloween◼◼◼m
kísértés főnév	beproeving◼◼◼v aanvechting [aanvechtingen]◼◼◻v temptatie◼◻◻v
kísérő melléknév	begeleidend◼◼◼bijvoeglijk naamwoord
kísérő főnév	metgezel◼◼◼m steward◼◻◻m
atomkísérlet	atoomtest◼◼◼
elkísér ige	begeleiden◼◼◼werkwoord
kikísér ige	uitlaten◼◼◼ uitwuiven◼◻◻werkwoord
megkísérel ige	proberen◼◼◼werkwoord pogen [poogde; h. gepoogd]◼◼◻werkwoord

Zoek geschiedenis